Een heel bijzondere middag


Ohhh Meesteres, ik vond het zo’n geweldig cadeau vanmiddag! En hoe ik dat allemaal beleefd heb? Nou eh, dat kunt u onderstaand lezen :-).

Op een maandag, na een ontspannende avond, ga ik nog even voor de pc om mijn vriendin een mail te sturen. Meteen nadat ik de box geopend heb, zie ik onder Postvak In de naam van mijn Meesteres. Direct open ik haar mail. Haar bericht lees ik met toenemende ongerustheid.
‘Ik wil dat je a.s. zondag vrij houdt. Voor een sessie met me. Ik laat je zaterdag weten of het wel of niet doorgaat. Als het wel doorgaat, halen Rob en ik je dan rond 14.00 – 14.30 uur op.’

Ik wist al heel lang dat Meesteres wat met me van plan was. Ze had er destijds bij gezegd: ‘Wanneer, waar, wat? Dat hoor je wel als het daarvoor tijd is. Ik moet er nog wat voor regelen, maar dat is niet op korte termijn te organiseren.’ Die boodschap had me al wat zenuwachtig gemaakt.

Vervolgens was week na week verstreken en daarmee was haar boodschap van toen weggezakt naar de achtergrond. En dat maakte dat haar bericht van nu me compleet verrast.

Door dit bericht, dat ik meteen ook koppel aan haar eerdere boodschap, ben ik gelijk nerveus. Ongerust. Tot nu toe speelden bijna alle sessies zich immers af in de mij bekende en zo vertrouwde omgeving van haar studio. Maar deze sessie lijkt zo anders te worden dan die andere keren… Wat is ze in hemelsnaam van plan? Waar gaat ze met me heen? Wat gaat ze met me doen? Wat gaat ze van me verwachten? En dan komt ze me ook nog eens van huis ophalen! In één van haar fraaie outfits? Ongetwijfeld. Pfff. Want meteen heb ik allerlei scenario’s voor ogen die me bang maken; mijn buren weten niet van mijn voorkeur, weten niets van sm. Neem ik aan. (Hoewel ik zou willen dat één buurvrouw ervan zou weten. Dat ze eraan zou doen. Haha.)

Eerdere woorden van Meesteres flitsen door me heen: ‘Nerveus? Dat hoeft toch niet? Ik heb altijd het beste met je voor <glimlach>.’ Ja…, dat weet ik ook wel. Net zoals zij donders goed weet – neem ik aan – dat ze me vooraf dus wel nerveus maakt.

De volgende dag is het nerveuze gevoel al weg. Omdat andere zaken mijn aandacht opeisen. Een zoektocht naar werk. Maar misschien ook omdat deze keer de opdrachten, voorafgaand aan de sessie, ontbreken. Zoals die bij alle voorgaande er wel waren. Deze keer is het echt anders. Daar was ik me al terdege van bewust op de maandagavond.

Maar de dinsdag, woensdag en donderdag gaan voorbij zonder dat ik aan de komende sessie denk, zelfs kan denken. Pas op de vrijdagavond ben ik er weer mee bezig. Het is weekend en ik ben vrij van de andere zaken en dus ook verplichtingen. Ik kan me nu bezighouden met de zondag. En ik houd me daar nu ook mee bezig. Voel een lichte spanning voor morgen, als ik hoor of het ja dan nee komende zondag gaat gebeuren. Wat dat dan ook mag worden. Want dat is zo onvoorspelbaar deze keer. En dat maakt me… onzeker. Ja, ook licht gespannen.

Hoeveel sessies heb ik nu al gehad? En telkens was het iets heel anders dan de andere keren. Ook nu weer.

Mijn Meesteres blijft het onvoorspelbaar houden, iedere keer weer. En dat vind ik ook zo knap van haar. En de moeite die ze er voor doet, voor mij doet, ja, dat vind ik dus top.

Zaterdag. Een wachten op het mailbericht of het morgen ja dan nee doorgaat. Het wordt geregeld een kijken op de pc of er wat in de mailbox binnen is gekomen. Daartussen door maak ik het huis schoon. Want stel dat Meesteres nog binnen wil komen. Dan moet het netjes en schoon zijn, vind ik.

In de middag klik ik zo’n beetje om het half uur de mailbox open. Ongedurig. Had ik verwacht dat haar bericht vroeg zou komen? Nee <glimlach>.

Om half vier zie ik dan haar bericht staan. Het gaat door morgen! Tot mijn verrassing heeft Meesteres al iets veranderd; ik word om 14.00 uur op het station Sloterdijk verwacht. Moet de polsboeien meenemen en de enkelboeien al om hebben. Oei, dat vind ik best een spannend iets.

Oké, morgen dus… Leuk! En zonder twijfel enerverend ook.

En vandaag? Heb ik me dus voor mezelf in huis uitgesloofd. Nou ja! Haha.

De avond gaat in rust voorbij, voor de buis. Hoewel dat relatief is. Want hoe vaak dwalen mij gedachten toch even af? Want het wanneer is dan nu duidelijk. Maar wat moest Meesteres voor deze sessie regelen? Wat had ze nodig? En had ze dat van iemand nodig? En waar gaan we heen?

Plus dat ik tussen twee programma’s door zag dat er nog een mailtje van Meesteres in de box was binnen gekomen. Dat ik uit het station, naar de parkeerplaats moet, links van de hoofdingang. En dat ik mijn mobiel mee moet nemen, zodat zij mij kan bellen als er iets verandert.

Als de teevee uit is, houdt dat laatste me ineens bezig. Als er iets verandert… Meteen zoek ik iets achter die woorden. Waarschijnlijk is het gewoon een ‘dienstmededeling’, maar ik weeg nu eenmaal ieder woord, iedere zin van mijn Meesteres als er een sessie aankomt. Want ze voert me, in mijn onzekerheid. En dat weet ze, denk ik te weten. Heerlijk! <Glimlach>.

Op het einde van de avond stookt mijn beste vriendin en mailmaatje het vuur van de onrust nog eens op met allerlei scenario’s die zij heeft bedacht voor op het parkeerterrein. Maar toch kan ik nog wel lachen om haar leedvermaak en om het plagerig pesten. Pak haar nog wel eens terug, grinnn.

Zondag

Ik heb alle tijd om me kalm aan voor te bereiden: me anaal schoonmaken, me scheren daar waar dat van me verwacht wordt, douchen. Naast de gangbare dingen als bijvoorbeeld ontbijten, koffie en even aan de pc.

Ik heb het idee dat ik rustig ben. Het zo nu en dan kippenvel krijgen vertelt me wat anders. Plus dat ik erg vaak op de klok kijk. Waarop de tijd traag verder gaat. En ik merk, hoe verder de tijd gaat, dat ik begin te steunen. De zenuwen gaan nu toch een rol spelen.

Om elf uur ben ik eigenlijk klaar, op het douchen na; ik heb nog dik twee uur te gaan tot aan vertrek. Pffff.

Een uurtje later heb ik gedoucht. Nog 5 kwartier… Hoe kom ik in hemelsnaam, met niets meer te doen, op me aankleden na, die tijd door?

Maar dan is het eindelijk zo ver. Ik ga, lopend, op weg naar het station. En ja, ik ben gespannen. En ja, ik ben veel te vroeg op het station. De trein gaat pas over een kwartier. Nou ja, een sigaret dan maar. Wat nu nog kan <glimlach>. Want wanneer dat weer kan, is maar zeer de vraag.

Vlak voordat de trein moet komen, klinkt er een ‘dingdong’. En een vrouwenstem meldt dat de trein over 15 minuten komt. Ik vloek. Niet eens zozeer omdat ik te laat ben op de afspraak. Want dit is immers overmacht. Maar wel omdat ik verdorie nog een kwartier op het station moet staan wachten. Pfff.

Ik bel Meesteres. Die het verhaal vertraging luchtig opneemt. Ze klinkt vrolijk.

Een sigaret later arriveert de trein dan eindelijk. En heb ik nog 10 minuten de tijd om mijn gedachten de zinloze bezigheid te laten doen van een bedenken wat er kan gaan gebeuren. Dus wat Meesteres met me van plan is. Want ik heb dus geen flauw idee deze keer. En dus stop ik met dat zinloze denken. En staar ik naar mijn schoenen en de onderkant van mijn broek. Waar ik zie dat de enkelboeien niet te zien zijn. Zelfs niet met gekruiste benen.

Bij het station Sloterdijk vermoed ik welke uitgang ik moet hebben. Ben één keer eerder door die deur naar buiten gegaan, voor een gesprek bij een bedrijf een stukje verderop. En ik weet uit mijn herinnering dat links van die uitgang een parkeerterrein is.

Terwijl ik die richting uitloop, begin ik te twijfelen. Want het is geen parkeerterrein, maar een eh, ophaal- en wegbrengplek. Waar ik geen mij bekende auto ontwaar. Moet ik dan aan de andere kant zijn?

Maar dan hoor ik de stem van Rob, die me roept. De wagen waar hij naast staat, heb ik niet eerder gezien. Het is een zeer sjieke <glimlach>.

Ik stap achterin, begroet Meesteres. Naast me op de bank ligt een masker en een halsband, met een ketting eraan. Oké.

We rijden weg. Meesteres informeert hoe het met me gaat.

“Goed hoor,”antwoord ik. Mijn antwoord is ingegeven door mijn algemene situatie. Pas als ik mijn reactie gegeven heb, besef ik pas dat Meesteres natuurlijk doelde op hoe ik met nu voel, als slaafje, achter in de auto. Hoezo ben ik sm’erig bezig? Haha.

Vervolgens vraagt ze of ik de enkelboeien om heb. Wat ik bevestigend kan beantwoorden. Dan klinkt haar bevel om het masker om te doen. Even schrik ik. Want hier? Nu? In de auto? Dan haal ik mijn schouders op, moet zelfs even glimlachen. Omdat ik besef dat ík onherkenbaar word, in tegenstelling tot Meesteres en Rob voorin.

Ik pak het masker. Zet mijn bril af. Het masker is te ruim. Terwijl mijn hoofd toch een normale omvang heeft, bij mijn weten.

“Volgens mij kan je je bril er wel onder hebben,” geeft Meesteres aan.

Oké. Ik doe het masker weer af, zet mijn bril op, trek het masker weer over mijn hoofd. Natuurlijk beslaat mijn bril. En natuurlijk duurt dat niet zolang. Weldra is het zicht weer eh, redelijk. Want het masker biedt me best nog wel zicht, doordat die zo ruim zit.

“Doe je polsboeien maar om.”

Daar ben ik even zoet mee, want redelijk zicht betekent zeker geen optimaal zicht <glimlach>. Heb ze net om, als de wagen stopt voor een rood licht, bovenaan een afrit van de rondweg. Want dat heb ik nog wel mee kunnen krijgen, ondanks mijn bezigheden met masker en boeien. Heb alleen geen idee welke afrit, heb eigenlijk ook niet opgelet in welke richting we zijn gegaan. Kortom, weet niet waar we zitten. Wel dat we nog steeds in Amsterdam zijn.

“Ga maar op de achterbank liggen”, roept Meesteres dan naar me.

Ik buig mijn bovenlichaam tot op de bank, en informeer: “Was er wat opschudding naast ons?”

“Ja.”

Ik grijns. Niet zichtbaar voor voorin. Maar ik heb er pret om. Ben benieuwd hoe die reacties zich geuit hebben, haha.

Ik laat nu alles maar over me heen komen, want liggend op de achterbank is het voor mij toch niet meer te volgen waar we heen gaan. Gedempt, door de kap die ik op heb, klinkt het geluid van de voorbank. Wat er gezegd wordt, ontgaat me nagenoeg. Ik weet toch wel dat, als Meesteres wat van me wil, ze zich iets naar me toe zal draaien en wat harder zal praten.

Waar gaan we heen? Het gaat slechts heel even door me heen. Kan me er niet meer mee bezig houden. Ik merk het wel. Ja, tuurlijk ben ik er wel ontzettend benieuwd naar. Maar ik ben er niet meer benauwd voor. Want ik voel me op de achterbank…, lekker. Geborgen. Veilig. Ik ben bij Meesteres. Ik ben gelukkig. En dat maakt dat het me niet zoveel meer uitmaakt waar we heen gaan, wat er gaat gebeuren. Ik geef me helemaal heerlijk over aan mijn Meesteres.

Na een tijdje gereden te hebben richt haar stem zich pas weer tot mij.

“We stoppen zo bij een huis. Ik wil dat je niet kijkt, je hoofd gebogen houdt en je doet je jas over je hoofd.”

Bijna meteen houdt de wagen stil. Meesteres stapt uit, opent mijn portier.

“Kom er maar uit.”

Ik stap uit. Bij wat voor huis zijn we? Waar zijn we? In Amsterdam. Dat weet ik zeker. Maar waar? Ergens aan de rand?

De ketting van de halsband wordt door Meesteres beetgepakt.

Het masker biedt me, met het hoofd gebogen, een stukje zicht. Ik kan het trottoir zien. Ik kan een stuk van de ketting volgen. Ik zie een deel van de laarzen en de jas van Meesteres.

Het zijn slechts een paar passen naar een deur. Als die wordt geopend, dringt het geroezemoes van stemmen meteen tot me door. Waar zijn we nou in hemelsnaam? Een grote club? Iets van een beurs? Geeft Meesteres hier een show met me of zo?

Meteen na de ingang staan we stil. Zie, door het kleine stukje zicht, de jas van Meesteres zakken. Die wordt afgegeven aan iemand. Met nog steeds gebogen hoofd wacht ik af. Braaf. Dan hoor ik dat ook ik mijn jas mag uittrekken. Die ook uit mijn zicht verdwijnt.

We gaan een paar stappen verder. Meesteres heeft hotpants aan. Ik zie de onderkant ervan.

Een hand, de plos bedekt met iets van kant, verschijnt in mijn beperkte gezichtsveld.

“Begroet haar eens zoals het hoort.”

Ik kus de rug van de mij toegestoken hand. Zeg: “Dag Meesteres.”

Is zij de eigenaresse? Of de gastvrouw? Haar stem herken ik in ieder geval niet. Heb geen idee wie ik voor me heb. Maar dan, de stem naast me, herken ik wel. Meteen <brede glimlach>. Wilma! En dan…, zijn we waarschijnlijk in Same place, bij Joop. Dat kan haast niet anders! Ja, ik weet dat bijna zeker.

Meesteres stopt bij de bar. Moet haast wel de bar zijn, omdat ik de bovenkant en een stukje van de poten van een barkruk zie. Ze begroet iemand. Kan niet horen wie. Hoor alleen maar de muziek, het geroezemoes van de stemmen. En heel vaag daar tussendoor, of bovenuit, de stem van Meesteres. Ze gaat al weer verder, mij aan de halsketting meetrekkend. En dat, dat alles eigenlijk, maakt dat ik me zo ontzettend slaaf voel nu, een zielsgelukkige slaaf, die aan de leiband van zijn mooie Meesteres wordt meegetroond door deze gelegenheid. Ja, ik voel me zo warm en blij en gelukkig en… ja, trots ook.

Meesteres staat voor me. Zie ik gedeeltelijk.

“Trek je trui maar uit.”

Wat ik natuurlijk doe.

De trui wordt aangenomen.

“En doe ook maar je broek uit.”

Ik zak door de knieën, omdat ik eerst mijn schoenen uit moet doen, wil de broek uit kunnen.

“Ook m’n onderbroek, Meesteres?”

“Ja. Maar houd je sokken maar aan. Want op blote voeten op deze vloer…”

“Zal ik dan m’n schoenen weer aantrekken?”

“Ja, is goed. Doe dat maar.”

Als ik weer sta, bedenk ik: gek om zo naakt te staan ineens. Zo bloot voor… Ja, voor wie allemaal? Want daar heb ik dus echt geen idee van <glimlach>. Op het geroezemoes afgaande moeten er toch aardig wat mensen binnen zijn. Maar waar die zijn? Geen idee. Omdat ik geen idee heb hoe het er hier uitziet. En of ze staan of zitten te kijken? Ook geen idee.

Ik word vastgezet. Tussen palen? Eerst de polsboeien, daarna de enkelboeien. Sta ik met mijn gezicht naar de bar? Want voor me hoor ik mensen. Achter me is het stil.

Een zweep raakt me. Zachtjes. In ieder geval niet hard. Stopt. Een andere vrouwenstem klinkt even bij die van Meesteres. Verdwijnt weer. Zweep. Handen over mijn lichaam. Zweep.

Als de voorkant genoeg heeft gehad, word ik losgemaakt. Moet me omdraaien. En word weer vastgezet. Waarbij ik gedwee mijn voeten vaneen zet. Mijn armen gespreid omhoog breng.

“Eindelijk ga je eens meewerken. Dat werd tijd.”

Ja eh, ik zie toch niets? Nou ja, bijna niets <grinnn>.

Maar als ik, met de achterkant klaar, weer sta omgedraaid, heeft Meesteres het door dat ik nog iets zie. Namelijk als ik een schrikreactie met mijn lichaam maak als ik haar handen op me af zie komen.

“Verdomme. Je kunt wat zien, hè?”

Er volgt een slag in mijn gezicht, er wordt aan het masker gerommeld. Het is niet iets wat helpt. En dat biecht ik eerlijk op.

“Ik doe mijn ogen wel dicht, Meesteres.”

Wat ik dan ook doe. En ik houd ze gesloten, doe ze geen moment meer open.

En dan ook verdwijn ik daardoor. Ineens ben ik ‘opgesloten’. Sta ik in het donker. En ik ga op in wat er met me gebeurt, en ook in wat er om me heen gebeurt. Ver weg, gedempt, onzichtbaar. Het geroezemoes van al die stemmen. Waar doorheen de muziek.

Ik ben ondertussen door Meesteres los gemaakt van de kettingen.

“Leun maar met je rug tegen de muur.”

Heb geen idee hoever die muur van me vandaan is, maar als ik langzaam achterover leun, voel ik de muur al.

Meesteres vraagt me of ik een idee heb waar ik ben. Ik spreek mijn vermoeden uit, maar er volgt geen bevestiging op. Maar ik weet het nagenoeg zeker <glimlach>.

Ik voel, met al mijn zintuigen, in wat een onwerkelijke werkelijkheid wordt. Bijna surrealistisch. Ik ga bijna in kleuren ‘zien’. Mijn vingers ‘bevoelen’ zo nu en dan de muur achter me, waarvan ik geen idee heb hoe die eruit ziet. Mijn oren vangen geluid op dat ik niet hoor. Ja, ver weg de stemmen die me woordeloos bereiken. Een song vanuit de boxen, die me ontroert. Maar bovenal voel ik Meesteres, ook op de momenten dat ze niet met me bezig is, me voor een moment met rust laat.

Toch krijg ik zeker zo nu en dan nog wat mee. Zoals zwepen. Ja. Of tepelklemmen. Of een touwtje, dat om mijn ballen wordt gebonden. Met er tussendoor momenten waarop niets gebeurt. Waarin ik alleen ben met al die heerlijke gevoelens die me beheersen.

Maar zo nu en dan kan ik dingen niet plaatsen, herkennen, thuisbrengen. Een strelende hand en klappen van een zweep. Kan Meesteres dat gelijktijdig doen? Nee… Onmogelijk. Maar wie staat er dan bij haar, of naast me, of voor me? Het is en blijft een vraag voor me.

Of een andere beleving, een tijdje erna. Een heel andere sensatie. Maar is ook weer iets dat ik niet thuis kan brengen. Het is een prikkelding dat over mijn lichaam gaat. Maar is het een voorwerp, bijvoorbeeld een kogel met pennetjes, dat die prikkeling geeft? Of wordt de prikkeling door stroom gegeven? Ik kom er niet uit. Of op <glimlach>.

Dan gebeurt er iets met mijn pik. Ook weer dat prikkelding? Weet het niet. Want het voelt nu anders. Geen prikkeling, eerder een tinteling. Een tinteling die soms aan de kop zit, maar vaker nog van basis naar kop gaat. Als dat niet met een zekere regelmaat was gegaan, dan zou ik bijna zeggen dat ik gepijpt werd; het is zo’n heerlijk, gekmakend, zuigend gevoel. Zo nu en dan moet ik mijn hoofd achterover buigen, tegen de muur aan. En kreun ik een enkele keer daarbij. Ohhh, wat is dit lekker. Ik kan er niets aan doen, maar het beeld van een jonge slavin dringt zich aan me op. Ze zit, op haar knieën gedwongen, voor me. Ik zelfs hoe ze gekleed is.

En het gekmakende, zuigende gevoel aan mijn pik blijft maar doorgaan. En doorgaan en doorgaan en… als het niet was gestopt, was ik dan klaargekomen? Ik durf dat niet met zekerheid te zeggen, maar… het zat er soms wel tegenaan. Als ‘ze’ op die momenten iets langer of ‘pittiger’ had gezogen, nou, dan…

Meesteres doet het masker bij me af. Heel even kan ik de ruimte in me opnemen. Ja, we zijn in Same place. Ik zie enkele bekenden. Waaronder Meesteres Monita. En Joop. Dan ‘commandeert’. Meesteres me naar een bed dat op een podium staat. Waar ik, op mijn buik, op een handdoek moet/mag gaan liggen. Ik ga er in de lengte op liggen, maar de bedoeling is dus in de breedte.

“Want ik wil je anaal nemen.”

Oké. Ik bedenk dat wat aarzelend. Want gek genoeg vind ik dat ineens iets heel intiems. Met al die mensen erbij, om ons heen. Gek hè? Want ik zie je. Als ik ze wil zien. Want als ik links van me zou kijken, kijk ik de ruimte in, in de richting van de bar. Als ik naar rechts kijk, kijk ik in een spiegel en kan zo alles volgen. Ook de eventuele reacties van mensen die ik in de spiegel weerspiegeld zie. Maar ik wil dat dus niet. Ik wil, net als zonet, in mezelf zijn. Dit voor mezelf, en voor ons, laten zijn. En dus leg ik mijn hoofd tegen mijn gekruiste polsen, ‘verstop’ mijn ogen. Het enige wat ik zo nu en dan doe, is een blik tussen mijn benen door naar achteren werpen, om even te zien wat Meesteres doet, of alleen even om naar haar te kijken. Tenminste, van wat ik van haar zie. Want dat blijft beperkt tot haar onderkant. Maar zo zie ik dus wel hoe ze zwarte latex handschoenen aantrekt. Die ik, een moment later, ingevet tegen mijn sluitspier voel drukken.

Een vinger. Twee vingers. En binnen de kortste keren zit, eigenlijk probleemloos, haar hele hand in me. Hand, pols, arm. Hoever? Heel ver, voel ik. Maar owww, wat is dit lekker. Ze stoot diep in me, ze beweegt, ik voel die hand, die vingers van haar ergens diep in me weggestopt. Haar andere hand gaat naar mijn pik. En het lijkt wel of beide handen elkaar raken. Ik word helemaal gek. Ontplof ik? Weer kan ik het niet bevestigen, maar heb, net als daarvoor, wel het gevoel dat ik misschien zou kunnen komen.

De hand verdwijnt. Ik hoor haar tegen Rob zeggen dat ze de dildo wil. De giant dus. Die ik haar, weer tussen mijn benen door glurend, zie om doen. Het is en blijft een geil gezicht, die reuzendildo, net boven haar kruis.

Meesteres neemt me. Neukt me. Dan staat ze stil. Ik moet mezelf neuken, door mijn onderlichaam heen en weer te bewegen over die ‘pik’ van haar. Het is lekker, maar… haar hand zonet was veel sensationeler.

Die volgt even later weer, nog een keer dus. Hmmm. Echt hmmmm <glimlach>. Ze buigt zich over me heen.

“Wat denk je, kun je klaarkomen als je je nu aftrekt?”

Ik schud van nee. Antwoord een nee. Misschien had het gekund. Maar als het me toch niet was gelukt, zou dat een deceptie voor me zijn geworden. En daarom houd ik liever dit heerlijke gevoel vast.

En dan is het voorbij. Mag ik mezelf even wassen, en de dildo schoonmaken. Meesteres is bij terugkomst al haar spulletjes aan het inpakken. Alleen twee bullwhips houdt ze nog even buiten de koffer.

Ik krijg de ketting weer aan de halsband geklikt. (Weet niet wanneer die er af is gegaan, is mij ontgaan <glimlach>.) En ik mag voor mezelf wat te drinken halen aan de bar.

Terug bij Meesteres ga ik tevreden en blij aan haar gelaarsde voeten zitten. Zij praat met wat mensen en ik zit o zo lekker te zweven. En te genieten. Ik ben zo… haar zielsgelukkige slaafje.

Maar dan heeft Meesteres nog een toetje voor me. Ik mag weer tussen de palen gaan staan.

“Ik zet je niet meer vast, houd je maar aan de kettingen vast.”

En dan krijg ik er nog even ‘van langs’ met de bullwhip. En ohhh, wat is er een schitterende interactie tussen ons. Zo’n heerlijk spel van blikken over en weer, met een lach, of een grijns, soms een plagerige opmerking.

Dat ik daarna haar gelaarsde voeten ‘moet’ kussen, is voor mij geen moeten. En als ik dat gedaan heb en naar haar opkijk, straal ik. En bedank haar dan echt. In woord en met een brede lach.

Het was een zo mooi cadeau, een zo leuke verrassing. Kortom, het was echt top! Dank u daarvoor, mijn Meesteres.

Uw slaafje